Technische Spelbeschrijving Bordspel "Hogga" (eenvoudige versie volgt binnenkort op deze pagina)


Het speelbord. (zie afb. 1 onderaan deze pagina)

Het speelbord heeft als achtergrond een donkere en een lichte kant. De speler aan de lichte zijde van het bord noemen we de "witte speler", de speler aan de donkere kant van het bord noemen we de "zwarte speler".
Op het bord bevinden zich 156 speelvelden (12x13). Deze speelvelden zijn (in dit geval) om en om gerangschikt als lichtkleurige en donkerkleurige cirkels. De speelvelden linksboven en rechtsonder zijn tevens voorzien van een witte of zwarte stip, die de start- en eindposities van de pionnen aangeven.


De pionnen.

De zwarte speler speelt het spel met 12 donkerkleurige "zwarte" pionnen, waarvan er 3 gemarkeerd zijn met een rode stip, aangebracht op de bovenzijde van de pion.
De witte speler speelt het spel met 12 lichtkleurige "witte" pionnen, waarvan er 3 gemarkeerd zijn met een rode stip, aangebracht op de bovenzijde van de pion.
De pionnen met de rode stip worden in dit spel "Hogga's" genoemd.
De "Hogga" heeft in het spel de speciale eigenschap dat géén pion of "Hogga", zwart of wit, hier overheen mag springen.


De startpositie (beginstand) van de pionnen. (zie afb. 2a onderaan deze pagina)

De 12 donkerkleurige speelvelden met zwarte stip aan de donkere zijde van het bord geven de startpositie van de 12 zwarte pionnen aan, met op de "voorste" rij de 3 zwarte pionnen met een rode stip, de zogenaamde "zwarte Hogga's".
De 12 lichtkleurige speelvelden met witte stip aan de lichte zijde van het bord geven de startpositie van de 12 witte pionnen aan, met op de "voorste" rij de 3 witte pionnen met een rode stip, de zogenaamde "witte Hogga's".


De eindpositie van de pionnen. (zie afb. 2b onderaan deze pagina)

De 12 lichtkleurige speelvelden met witte stip aan de donkere zijde van het bord geven de eindpositie van de de witte pionnen en "Hogga's" aan.
De 12 donkerkleurige speelvelden met zwarte stip aan de lichte zijde van het bord geven de eindpositie van de zwarte pionnen en "Hogga's" aan.


Doel van het spel.

Het doel van het spel is dat beide spelers er naar streven in zo weinig mogelijk zetten alle 12 pionnen van hun kleur vanuit hun startpositie naar de eindpositie te manouvreren.
De speler die hier d.m.v. slimme zetten, tactische blokkades en (combinatie-) sprongen het eerst in slaagt, is de uiteindelijke winnaar.
De verliezende partij zou, nadat de winnaar zijn laatste (winnende) zet heeft gespeeld, nog in zijn eentje door kunnen spelen om het aantal zetten te bepalen dat hij nodig heeft om ook al zijn pionnen naar de eindpositie te krijgen. Dit aantal zetten zijn de vergaarde "punten" van deze partij voor de winnende speler.


De zetten.

De zwarte en witte speler verplaatsen om de beurt één pion van hun eigen kleur, startende vanuit de beginpositie. De zwarte speler speelt altijd als eerste, waarna de witte speler weer een zet doet, enz.
Een speler speelt altijd een pion van zijn eigen kleur.

Een zet kan bestaan uit het verschuiven van één van de eigen pionnen (met inbegrip van de "Hogga's") naar elk aangrenzend speelveld in 8 richtingen dat niet voorzien is van een stip in de kleur van de tegenspeler. (zie afbeelding 3 onderaan deze pagina)

Een zet kan ook bestaan uit een sprong van één van de eigen pionnen over één pion van de zowel zwarte als witte kleur, met uitzondering van álle "Hogga's" die zich op het bord bevinden. Deze sprong mag gemaakt worden in alle richtingen van de aangrenzende speelvelden, echter, de pion waarover heen gesprongen wordt hoeft zich niet op een aangrenzend speelveld te bevinden, maar mag zich ook op een speelveld in het verlengde van een aangrenzend speelveld bevinden. Deze sprong moet echter zo uitgevoerd worden dat het aantal lege speelvelden dat tussen het speelveld van de te verplaatsen pion en het speelveld van de pion waarover heen wordt gesprongen gelijk is aan het aantal lege speelvelden tussen het speelveld van de pion waarover heen wordt gesprongen en het lege speelveld waarop de springende pion terecht komt. (zie afbeelding 4 onderaan deze pagina)
De zojuist gemaakte sprong mag vervolgens, tijdens de speelbeurt, als gecombineerde sprong meerdere malen steeds in alle 8 richtingen vervolgd worden, zoals in de vorige 2 zinnen beschreven. (zie afbeelding 5 onderaan deze pagina)
Tijdens het springen over een pion, of een gecombineerde sprong over uiteindelijk meerdere pionnen, mag er op alle lege speelvelden geland worden, echter een speelbeurt mag nooit eindigen met de zojuist gespeelde pion op elk speelveld dat is voorzien van een stip met de kleur van de tegenstander.
Een gecombineerde sprong mag nooit eindigen met de gespeelde pion op het speelveld vanwaar deze gespeelde pion aan het begin van de beurt stond.
Ook mag de stand van de pionnen op het speelbord gedurende de partij zich niet 3 maal herhalen, in dat geval is "gelijk spel" de uitslag van de partij, dit om een "eeuwigheid van zetten" te voorkomen.

Het komt het spel ten goede dat als een te spelen pion eenmaal is opgetild om mee te zetten uiteindelijk ook gespeeld wordt. Een zet of speelbeurt is is tevens afgerond op het moment dat een gespeelde pion is losgelaten.



Bedenker Hogga spel: Bart Wim van Etten
Speciale dank aan: Joost Gresnigt
Orban Bulten











H O G G A
©
<< Home